Binnen het programma Junior Praktijk Opleider (JPO) krijgen eerstejaars studenten van het ROC Midden-Nederland extra ondersteuning bij het zoeken en doorlopen van hun stage. Dit gebeurt door middel van de peer-to-peer methode: de eerstejaars worden begeleid door ouderejaars die al eens een stage hebben gedaan. Uit onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut blijkt dat het programma kansen biedt voor de ondersteuning van studenten, maar dat er ook ruimte is voor verbetering. Om de doelmatigheid van het programma te verhogen, moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan.
Voor dit onderzoek interviewden we eerste- en ouderejaars studenten, onderwijsprofessionals en werkgevers. Volgens docenten en mentoren heeft het JPO-programma vooral een duidelijk voordeel voor de ouderejaars die als JPO’ers optreden. Door hun deelname aan het programma oefenen ze met bepaalde vaardigheden, zoals begeleiden, en vergroten ze hun kansen op de arbeidsmarkt.
De JPO’ers zelf geven ook aan baat te hebben bij het programma. Zij kunnen deze ervaring op hun cv zetten en hebben zo een streepje voor bij sollicitaties. Eerstejaars geven aan dat het programma toegevoegde waarde voor hen heeft, omdat ze bijvoorbeeld goede tips krijgen. Anderen zien deze waarde minder. Zij achten de begeleiding niet nodig, of vinden dat JPO’ers te weinig autoriteit hebben om hen te helpen.
In het rapport doen wij een aantal aanbevelingen om de doelmatigheid van JPO te verhogen. Het programma zou bijvoorbeeld effectiever zijn als wordt ingebed ingebed in het reguliere onderwijsprogramma. Ook zou het helpen als er meer regie is vanuit het ROC, bijvoorbeeld in het organiseren van contactmomenten tussen de eerste- en ouderejaars.
Het rapport Methodiek Junior Praktijk Opleider is hier te downloaden.